Meer nieuws

Bert Vanden Berghe (Wortegem-Petegem) : 1e nationaal kampioen KBDB fond oude duiven

14 Feb 2025

Een verrassing ? Ik meen van niet. De laatste seizoenen waren de resultaten van de hokken van Bert met de jaarlingen en oude duiven steeds sterker en sterker aan het worden met talrijke nationale toppen, Olympiadeduiven enz.  In het verleden werden op deze hokken nationale overwinningen gespeeld, nationale asduiven verzameld, dus bewijzen dat er kwaliteit en stielmanskunst aanwezig is, hoefde niet meer.

De dominosteentjes moeten al eens juist vallen, of er mogen er zeker geen verkeerd vallen om een nationale titel te kunnen veroveren.  Vooreerst moet je zeker en v  ast steengoede duiven hebben die week na week top presteren…en dan moet het een beetje meezitten om de 1e en 2e getekende duif zo vroeg mogelijk te klokken. Hoe groot is de factor geluk waar velen over spreken in dergelijke klassementen ?

Het is een klassement waar iedereen, ook de speler die letterlijk met de kleine korf naar de wedstrijd komt evenveel kansen heeft om te scoren…maar dit dan ook wel moet doen in 4 wedstrijden op de fond. Ongetwijfeld speelt ook hier de wet der grote getallen een rol, waar hokken, die tientallen duiven ter beschikking hebben om deze vluchten te spelen een grotere keuze hebben om duiven in forme aan de start te brengen…maar hoe dan ook is het de 1e en 2e afgegeven duif die present moet zijn.

Er kan veel over geanalyseerd worden maar uiteindelijk is er altijd iemand die met zijn 2 eerste getekende over 4 fondvluchten de meest scherpe coëfficiënt weet neer te zetten…en in het seizoen 2024 is dit Bert Vanden Berghe uit Wortegem-Petegem, die geflankeerd door zijn verzorger Bart deze trofee de hoogte mogen insteken.

Op het podium wordt hij geflankeerd door Freddy & Jacques Vandenheede en door Sam Bostoen, ook geen pannenkoeken !

Een gouden bron aan kwaliteit

Bert (59 jaar) kwam als Bertje in contact met de duivensport door zijn vader Roger die ook een fervent duivenspeler was. De interesse in de duivensport is er altijd geweest en naargelang wel of niet drukke beroepsbezigheden stond het gaspedaal meer of minder open.

Toen in Wortegem de prachtige hokinstallatie werd neergezet was het de bedoeling om een stevige start te nemen met een stevige basis. Enkele jaren na elkaar werd een ploeg jonge duiven gekocht bij Gaby Vandenabeele. Deze duiven werden ook gespeeld en namen als Fyter, Gloria enz…vielen als sterren uit de lucht. Ook een andere  namen vervoegden de basis (Cools, Pollin, Devos….).  Met deze basisduiven werd grote faam vergaard en ze dienden ook als basis voor de verdere uitbouw van de kolonie.

In een latere fase werd versterking gezocht bij Vandenheede Freddy & Jacques, Kurt & Raf Platteeuw, Jan Hooijmans, Sorin Florea,..

Het zijn deze origine van duiven die nog steeds het mooie weer maken in Wortegem en deze namen vinden we dan ook steevast terug in de stambomen van de duiven die voor de nationale titel zorgden.

Het kweekhok bestaat uit een 24-tal basiskoppels die gekoppeld worden op 6 december. Er worden eieren onderlegd bij enkele voedsterkoppels en samengevat worden ongeveer 3 rondes voor eigen gebruik gekweekt.

Voor de verzorging van dit alles kan Bert beroep doen op Bart De Clercq. Bart is als baby ook in een duivenbad gevallen en speelt nog steeds in tandem met zijn vader Robert (in Kluisbergen) met focus op de halve fond en zware halve fond met duivinnen. Het verzorgen van duiven zit hem ook in de genen en samen met Bert behalen ze heel sterke resultaten.

Een zeer bedachtzame aanpak

Waar er in de recente stijl van duivensport meer en meer een trend is om duiven hard te spelen (“rijden en niet omzien”) en door de grotere aantallen die per hok worden ingekorfd niet om een verlies wordt getreurd is dit bij Bert niet het geval. 

Duiven in top forme worden hard gespeeld, duiven die in opbouw naar forme of na een zware vlucht krijgen de kans om rustig op te bouwen of te herstellen. Dit is een onderdeel van het spel dat op deze hokken heel wat aandacht krijgt. 

In het frisse en of kille voorseizoen worden duiven niet onder druk van de kalender ingekorfd wanneer het weer niet gunstig is. Liever even on hold om ze dan, bij zachter weer, met iets grotere stappen in te korven. Bert zijn overtuiging is geen hoogdravende wetenschap maar gezond verstand nl. dat in de lente bij fris weer de duiven veel vluchten doen vliegen nefast kan zijn voor forme-opbouw. Heldere en frisse koppen kunnen vlug omkeren in snotneuzen bij slechte voorjaarsvluchten en zetten zo het verloop van het seizoen op de helling. Het is ook een regel dat duivin die in mindere conditie of een dip verkeren, minder moeten trainen en volop mogen rusten. Met deze aanpak heeft men goede ervaring en duiven die zich dan rustig herpakken en nog mooie prijzen vliegen.

In de aanloop naar het seizoen verloopt de voorbereiding van de vliegploeg (60 duivers waarvan 27 oude en saldo jaarse op klassiek weduwschap, 60 duivinnen eveneens op klassiek weduwschap) als volgt :

  • De duivers kweken normaliter nooit voor het seizoen. Ze worden wel gekoppeld en mogen enkele dagen broeden ifv het opleren met eigen vervoer. De jaarlingen mogen wel een jong opkweken om de bakvastheid te bevorderen.
  • Alle duiven worden eind oktober-begin november gevaccineerd met het paramyo-vaccin en iedereen krijgt een kuur van 8 dagen in de drinkpot om paratyfus te voorkomen.
  • De duivinnen (60) worden per 2 gekoppeld aan 1 oude duiver. Deze duivers zijn oude duivers die gehouden worden om als partner voor deze duivinnen te fungeren. De jaarse duivinnen kweken 1 jong in het voorjaar. Wanneer dit nestjong 12 dagen oud is wordt de duivin verwijderd en voert de duiver het jong verder op. Nadien dezelfde routine met de 2e duivin die wordt gekoppeld aan deze duiver.  Op deze wijze hebben beide duivinnen een sterke bakvastheid.
  • De duiven (duivers zowel als duivinnen) trainen éénmaal per dag. Bij de duivers is dit vrije training, bij de duivinnen is dit trainen met het gaspedaal open (trainingen van 1 uur of 1,5 uur zijn geen uitzondering). In het volle seizoen en bij aangenaam weer kan het zijn dat de duivers al eens tweemaal per dag mogen vliegen.
  • Bij inkorving worden de oude duivers ingekorfd met een nestschotel. De jaarlingen mogen bij hun duivin die halfbak opgesloten zit in de nestbak.
  • De duivinnen mogen halfbak naast de duiver (beurtelings) en als motivatie-afwisseling worden ze soms al eens beiden in de (halve) nestbak gelaten om de drift wat op te schroeven.
  • Bij thuiskomst mogen de duiven de eerste 2 uur niet bij hun partner. Doel is dat ze tot rust komen, goed eten en drinken en nadien pas bij hun partner mogen. Naargelang de intensiteit van de vlucht wordt dan bepaald hoelang ze elkaar mogen zien.
  • De duiven worden voor het seizoen niet verduisterd, en daar is een goede reden voor.  De hokken staan met hun voorzijde zuidwest (meer west dan zuid). Bijkomend staan er heel wat grote bomen in de oostelijke richting en dan komt er pas in de namiddag volop zon op de hokken. Bij hoge temperaturen of zeer felle zon zijn er wel screens voorhanden die voor enige verkoeling kunnen zorgen indien nodig. Het dak van de hokken is een dikke laag riet die ook voor meer stabiele temperaturen zorgt.
  • Er wordt ook veelvuldig gebruikt gemaakt van verwarmingsplaten om vocht en kilte te weren (het jaar door).
  • Bij zowel duivers als duivinnen wordt begin maart de 2e en 3e slagpen gelijktijdig getrokken om een volledige pluimenstand te kunnen houden tot einde van het seizoen.
  • Het gebruikte voer zijn een aantal mengelingen van Vanrobaeys namelijk de Mauser 186 gedurende 6 maand per jaar (stille seizoen). De kweekduiven krijgen de kweek 182 en in het seizoen wordt gespeeld met de Platteeuw-mengeling aangevuld met Natural Wizzard en Beyers Galaxy. Naar de inkorving toe met nog wat snoep (gepelde haver, zonnebloempitten, kempzaad…).
  • Als toemaatje-supplementen vitamines Brockamp, oliën, kurkuma, oregano.
  • Bij thuiskomst gele druppels over het voer gedurende 2 dagen (buiten het seizoen worden driewekelijks gele druppels over het voer gemengd).
  • Natuurlijk is er een frequente controle van de mest en uitstrijkjes bij de veearts en wordt ingegrepen waar nodig. Blind kuren is niet aan de orde.

 

Enkele topduiven uitgelicht die de titel van nationaal kampioen behaalden

We kunnen hier een dozijn aan topduiven presenteren die geregeld in de nationale top vliegen en dit zowel duivinnen als duivers. Ook, zoals bij iedereen, sneuvelen er hier ‘helden of heldinnen’ op het veld van eer. Zo werden de 2 beste duivinnen (Olympiade…) dit jaar verloren in de strijd. Duiven die bij alle weer en in alle omstandigheden meer dan herhaaldelijk in de nationale top vlogen kwamen niet terug. De duivensport kan voor veel deugd zorgen maar ook voor pijnlijke en lastige momenten.  Maar waar kwaliteit aanwezig is staan andere namen op en treden op het voorplan, zo ook bij Bert.

Zoals in de pedigrees te zien is, is de stam een combinatie van de eigen kweekduiven gevlochten uit de eigen duiven en ook duiven van Jan Hooijmans die het hier heel goed doen.

Bert en Bart behaalden een mooie nationale kampioenstitel die eigenlijk de kers op de taart is van een aantal heel sterke seizoenen.  En als de puzzelstukjes dan eens op hun plaats vallen dan wordt men nationaal kampioen. Dit kan niet zonder steengoede duiven die zich week na week in de kop van het peloton werken. De klasse is meer dan genoeg aanwezig, de finesse om met duiven te spelen evenzeer, dat hebben de resultaten en zeges uit het verleden meer dan aangetoond. Vrees niet, er is nog meer dan genoeg potentiëel aanwezig om ook in 2025 van zich te laten horen.

Maar ondertussen is het genieten van deze titel !

Van harte proficiat vanwege het Herbotsteam !

Geert Dhaenens