Dirk Dedobbeleer – Herne 1e Nationale asduif KBDB halve fond jaarse 2021

Voor deze reportage gaan we op bezoek bij Dirk Dedobbeleer. Dankzij de unieke prestaties van zijn duivin “Roosje” mocht Dirk tijdens de viering van de nationale kampioenen KBDB 2021 op het hoogste schavotje gaan staan. Een nationale asduif winnen is de droom van iedere duivenliefhebber en Dirk geniet dan ook met volle teugen van deze beleving. 

1e Nationale asduif KBDB “Roosje” B20/2039874 

En dan komt nu een mooie anekdote. Nationale asduif “Roosje” werd niet geboren op de hokken van Dirk maar werd aangekocht op de gekende duivenmarkt te Lier. Dirk vertelt: “In feite een kort verhaal maar met een lange voorgeschiedenis. Eind jaren ’80 zaten we in het duivenlokaal en plotseling kwamen er daar 5-tal Engelse duivenliefhebbers aan de toog zitten. In gebrekkig Engels en veel gebaren taal werd er over de duiven gesproken en een dag later waren we met die mannen op stap richting Lier om duiven op de markt te kopen. Die Engelse liefhebbers kochten er manden vol jongen. Iedereen tevreden en gedurende een 10-tal jaar hebben we jaarlijks deze uitstap samen gemaakt. Nadien werd de duivenmarkt van Lier niet meer bezocht maar begin jaren 2000 gingen we samen met enkele vrienden uit de streek naar ginds. Sfeer opsnuiven, pintje pakken en met enkele jongen huiswaarts keren…ook dat is genieten van de duivensport. En het mag gezegd worden, ik heb er al meermaals enkele goede duiven gehaald. 

Mijn beste aankoop was natuurlijk “Roosje” in 2020. Deze duivin werd aangekocht bij Fabienne Peeters (Dirk Wouters). Het was een vriend van mijn zoon die er op aandrong om deze liefhebber te gaan opzoeken op de markt en daar enkele jongen aan te kopen. Een gouden tip zoals nu blijkt.

“Roosje” is middelmatig qua bouw en heeft een dik verenpak. Ze heeft een sterk slot en een stevige rug. Ze heeft een korte voorarm en een perfecte vleugel waarvan de laatste drie pennen mooi gespreid zijn. Het is bij momenten een eerder nerveuze duif. Ze heeft een perfect oog met een volledige verbandscirkel en een sterke kleur. 

Of “Roosje” speciaal gemotiveerd was? Niet echt… toen ik de duiven in het voorjaar koppelde liet ik iedereen vrij om een duiver te kiezen. Iedereen was na enkele dagen gepaard, behalve “Roosje”. Zij zat daar maar te kijken en had in niets en niemand interesse. Opvallend was wel dat ze steeds naar het hok ernaast, waar er ook duiven gekoppeld zaten, wou gaan. Op een gegeven moment was ze sneller dan mij en glipte tussen mijn benen naar het andere hok. Ongelofelijk maar onmiddellijk vloog ze staart slepend in de bak van een duiver die ook nog niet gekoppeld was. Is dat dan haar motivatie geweest om een heel seizoen top te presteren? Wie zal het zeggen.

“Roosje” behaalde de nationale asduif titel met volgende prestaties:

3             Sermaises (300km)        1674 jaarse
8             Sermaises                          3353 oude + jaarse
9             Sermaises                          2705 oude + jaarse
3             Sermaises                          1770 oude + jaarse
1             Sermaises                            295 jaarse

1e Nat. Asduif kleine halve fond jaarse KBDB 2021 
1e Prov. Asduif kleine halve fond Vlaams-Brabant 
1e Asduif lokaal “De Eendracht” Tollembeek 
 

Hoe het allemaal begon

Dirk begint zijn verhaal: “Vanaf mijn geboorte tot en met 2016 heb ik in Vollezele gewoond. Mijn vader was duivenliefhebber en ook mijn ooms langs moederszijde vulden jaarlijks een hoklijst in. Geen wonder dat er tijdens familie bijeenkomsten enkel over de duiven gesproken werd. Op een gegeven moment had papa Adolf te veel werk en besliste om samen te spelen met onze buurman. Het gros van de duiven van vader kreeg bij de buurman onderdak met uitzondering van vier duiven welke niet mee verhuisd werden. Ik heb deze dan verder gespeeld en van een andere buurman kreeg ik twee duivinnen. Deze heb ik dan gekruist met de vier achterblijvers en het spel zat terug op de wagen. Ik speelde toentertijd het meest snelheid en soms werden jonge duivinnen richting halve- en grote halve fond gestuurd. Natuurlijk werd er naar versterking gezocht en deze vond ik bij sterk spelende liefhebbers uit de buurt. 
In Vollezele beoefende ik 2 beroepen die totaal niets met elkaar te maken hadden. Enerzijds runde ik een verzekerings- en bankkantoor dat door mijn vader opgestart was en anderzijds kan je ook bij mij terecht om uw terras of oprit aan te leggen. 
In 2016 verhuisde ik naar Herne en de beste duiven van Vollezelle maakten ook de overstap naar Herne. Daarna werd er gezocht naar versterking bij o.a. Winy en Guy Nelissen (Genk), met 2 Nelissen duivinnen ben ik super gelukt. Ook bij de tandem Nechelput-Cornet, Kester werden drie duiven gekocht en deze zijn zeer beloftevol. Bij Geert De Schepper, Gooik werden twintig duiven gekocht voor de fond. Ook bij Twan Bongers, Odiliapeel (Nl) werden een zevental duiven gekocht en die werden gekruist met de De Schepper duiven. U ziet dat het de bedoeling is om meer en meer richting grote fond te gaan. Niet dat het snelheids- en halve fond spel vaarwel gezegd wordt, maar de roep om het ook op de marathon te proberen wordt groter en groter. Tevens vaste waarden op het kweekhok is een uitstekende kweekduivin van Jos De Belder, Sint-Katelijne-Waver. Via internetaankopen op de Herbots website werd de GB[1]17-Z-067184 “New Bliksem 84” aangekocht. Het is een honderd procent Gaby Vandenabeele duif uit een inteeltkoppeling naar “New Bliksem”. Een andere aanwinst was de B16/2024310 “Daughter Olympic Way”, origine Erik Limbourg. 
De 23 kwekers worden rond Kerstmis gekoppeld en in 2021 werden alle duiven herkoppeld. Er wordt aan verwijderde inteelt gedaan. Ik kijk vooral naar de ogen bij het koppelen. Een duif moet in de eerste plaats een sterk oog hebben. Er worden alleen duiven met verschillende kleur van ogen met elkaar gekoppeld. Een kweker moet binnen de twee jaar resultaat geven of hij moet vertrekken. In die periode krijgt de doffer vier verschillende duivinnen. Om dit allemaal snel en efficiënt te verwezenlijken heb ik kweekboxen laten maken. Zo kan ik de kwekers snel herkoppelen en de eieren verleggen bij voedsterkoppels. 

Totaal weduwschap 

In het seizoen 2021 werden er 22 koppels op het totaal weduwschap gespeeld. Hierbij 10 koppels welke op de vitesse (Quievrain en Noyon) gespeeld worden. Deze koppels hebben vroeg gekweekt. De duiven voor de halve en de grote halve fond hebben alleen maar acht dagen gebroed. 
Bij het opleren werden de oude duiven 3 x weggevoerd en gingen daarna de mand in voor Quiévrain. De jaarlingen werden 6 x weggevoerd en dan werd het Quiévrain. Die gingen dan verder door naar de grote halve fond. Zij werden gespeeld op de schuifdeur zoals de jonge duiven. Bij de inkorving kwamen doffers en duivinnen een uur samen. Na aankomst van een wedstrijd bleven ze samen tot de volgende dag.“

Verzorging
Qua medische begeleiding houdt Dirk de deur van de medicijnenkast liefst zo veel als mogelijk gesloten. Enkel voor de verplichte vaccinaties gaat hij in de wachtkamer van de gespecialiseerde dierenarts zitten. Bij aanvang van het vliegseizoen krijgen de duiven ¼ pil Flagyl opgestoken. Dit wordt tijdens het seizoen iedere 3 weken herhaald. Drie dagen per week krijgen de duiven “Bio-Even” in het drinkwater, dat wordt soms afgewisseld met Naturaline. Tegen de luchtweginfecties wordt er niets ondernomen. Een goede verluchting en minder duiven op het hok verhelpen dit probleem. Tegen paratyfus wordt er aan het einde van het seizoen 10 à 12 dagen Baytril gegeven, nadien volgt er geen enting.

De mengelingen van Beyers en Versele-laga staan op de menukaart. Van de firma Beyers komt de eiwitarme mengeling “Vandenabeele” en van Versele worden ruimengeling “Mutine Plus IC “ aangekocht. 

Schema Snelheid
Thuiskomst zondag en maandag: Vandenabeele + ruimengeling
dinsdag en woensdag: Vandenabeele
Donderdag: Mutine Plus IC
Vrijdag: Mutine Plus IC + vetrijke zadenmengelin
Zaterdag (inkorving) beetje Vandenabeele

Voor de halve fond duiven start dit schema een dag vroeger want de halve fond duiven komen op zaterdag thuis

Als de duiven thuiskomen van een vlucht vinden ze electrolyten in de drinkpot en op maandag gaan er vitaminen over het voeder. Als er hard weer voorspeld wordt, gaat er Carbosol in de drinkpot

Weinig met jonge duiven gespeeld

Er werden 40 vroege jongen en 45 zomerjongen gekweekt en die werden gespeend aan de ouderdom van 25 dagen. Jonge doffers en duivinnen werden van bij het spenen afzonderlijk gezet. Mits enkele correcties kwam dat perfect in orde. De jongen werden niet verduisterd en niet bijgelicht. Het opleren van de jonge bende gebeurde in een 6-tal etappes en daarna ging het meteen naar Quiévrain. De vroege ronde ging direct naar Noyon. Tussendoor werden ze niet meer weggevoerd. Om de jonge ploeg wat te motiveren kwamen er wegkruipbakjes en kartonnen dozen op de hokken. Bij de inkorving kwamen de jonge doffers en duivinnen een 4-tal uur samen. Na aankomst van een wedstrijd bleven de jongen samen tot de volgende morgen. 

Hokken zelf gebouwd

De oude en de jonge duiven worden gespeeld op 12 m vlieghokken. De ventilatie gebeurt door de twee metalen deuren (bodemroosters zoals in een volière) die bekleed zijn met windbreekgaas in de voorzijde van het hok. Aan de voorzijde van de hokken hangen er drie voorzetvolières. De wanden van de hokken zijn gemaakt met de klassieke betonplaten. Daartegen kwam een isolatie van 4 cm en de binnenzijde werd afgemaakt met houten platen. 
De doffers worden ondergebracht op twee identieke hokken. Wanneer gezocht wordt naar wat extra motivatie wordt de deur tussen beide hokken opengezet. De meeste duiven gaan op verkenning in een woonbak op het andere hok en dan moet je als melker in de buurt blijven om ongelukken te vermijden. 

Nog enkele toppers 

B17/2141182 is een duivin met 6e Quiévrain 366 d, 8e Quiévrain 307 d, 6e Quiévrain 177 d, 25e Quiévrain 159 d, 17e Quiévrain 151 d, 6e Quiévrain 226 d, 15e Quiévrain 188 d, 5e Quiévrain 114 d, 8e Quiévrain 114 d, 15e Quiévrain 92 d, 2e Quiévrain 80 d, 6e Quié[1]vrain 155 d, 2e Quiévrain 105 d, 1e Quiévrain 42 d,1e Quiévrain 80 d, 32e Quiévrain 161 d, 9e Quiévrain 114 d, 1e Quiévrain 80 d, 1e Quiévrain 115 d, 4e Quiévrain 91 d, 5e Quié[1]vrain 71 d, 6e Quiévrain 123 d, 7e Quiévrain 102 d, 5e Quiévrain 126 d, 11e Quiévrain 118 d, 26e Quiévrain 179 d, 12e Quiévrain 119 d, 12e Quiévrain 114d. 

B17-2146261 “Goeden Blauwen” 1e Noyon 68 d. 1e Noyon 44 d. 2e Noyon 107 d. 3e Noyon 206 d. 3e Noyon 193 d. 3e Noyon 181 d. 4e Quievrain 84 d. 5e Noyon 291 d. 5e Noyon 101 d.

B20-2035231 “Witteken”: 4e Sermaises Pajot 1902 jl. 6e tegen 3353 o.+jl. 1e lokaal 480 o.+jl. 11e Sermaises Pajot 663 jl. 27e tegen 1139 o.+jl. 18e Sermaises Pajot 1541 jl. 31e tegen 2705 o.+jl. 61e Sermaises Pajot 1674 jl. 99e tegen 2774 o.+jl. 2020 : 4e Noyon 208 d. 7e Noyon 396 d. 17e Noyon 408 d. 22e Noyon 277 d

Stefan Mertens