Martin Ravelingien (Tiegem) 1e Nationaal kampioen KBDB zware fond 2024
29 Oct 2024
Het is weer één van die dagen zoals we er zoveel hebben gekend in de voorbije lente en zomer. De onstandvastigheid zelve met ’s morgens nog net de zon die we even zien en nadien buien, buien, buien en nog eens buien.
Het is het weer dat het ganse voorbije seizoen heeft getypeerd en waarbij het als duivenspeler (maar ook zeker en vooral als lossingsverantwoordelijke) laveren was tussen de accidenten op de duivenautostrade (lees : duivenlossingen).
Wanneer we langzaam de bekende Tiegemberg naderen zien we nog amper 50 meter ver en wissen onze ruitenwissers in de hoogste snelheid de ramen van onze wagen. Een prachtig weer om binnen gezellig te praten over een nationale titel op een ogenblik waarbij we dit buiten op het terras in de zon zouden moeten doen.
Soit, aan het weer en de wind kunnen we weinig veranderen, enkel onze zeilen bijstellen en “en route naar Tiegem” alwaar een glunderende kampioen Martin met zijn echtgenote Arlette zorgen voor een lekkere tas koffie en een fijne ontvangst.
Zware fond en niks anders
Ja, Martin geeft het grif toe, hij is zwaar verslaafd….aan het duivenspel op de zware fond. Andere disciplines volgt hij ook nog op omwille van zijn algehele interesse in de duivensport, maar zelf wil hij niets anders dan het zware werk op de grootste afstanden.
Hoewel hij al veel heeft bereikt, al veel titels heeft gewonnen, is en blijft hij een zeer gemotiveerde speler die, in zijn eigen aanpak en hierin volop gesteund door zijn vrouw Arlette (die ook de nodig hand-en spandiensten verleent in de verzorging), gaat voor het hoogste. Maar nog meer genietend van de duif, de thuiskomst van de duiven en alles eromheen.
En dat heeft hij in het voorbije seizoen 2024 terug kunnen realiseren nl. Algemeen Kampioen van België KBDB Grote Fond Oude. Proficiat, een prachtige titel om aan het reeds rijkgevulde palmares toe te voegen.
Op het podium geeft hij met een ruim verschil de 2e (Frederik Everaert) en de 3e (Dirk Martens) het nakijken, maar uit alles wat Martin en Arlette over de duiven vertellen blijkt hun grootste respect voor de duiven en hun mede/tegenstanders (hoe je het ook wil noemen). Een groot hart voor de sport in het algemeen siert hen. Ze behaalden de nationale zege met de vluchten Pau, Marseille en Narbonne, waar ze telkens hun 1e en 2e afgegeven duif netjes vooraan wisten te parkeren.
Voor al wie ook enigszins zou twijfelen aan welke kwaliteit aan duiven er huizen in Tiegem hierna een kort overzicht van enkele successen uit het verleden :
- 1e nationaal Pau
- 1e nationale asduif zware fond KBDB in 2007
- 2e nationale asduif Narbonne 2019-2020
- Winnaar alle Europese kampioenschappen
(Europese marathon – West-Europese Supermarathon) - 1e internationale asduif Perpignan 2006-2010
- 1e Kampioen van België zware fond 2016
- 4e kampioen van België zware fond 2017
- 4e kampioen van België zware fond in 2020
- 1e internat asduif Perpignan 2015-2016 en 2014-2015-2016 met Urbi.
- 1e internat asduif Perpignan over 5 jaar met Uno.
- 2e nat asduif Pau 2016- 2017
- 3e nat asduif zware Fond (3 vluchten)2016 met B-ufo alsook
5e internat asduif zware fond(3 vluchten) in 2016. - 3e nat asduif Barcelona over 4 jaar in 2020 met Zwarten Barca.
- 2e prov asduif zware fond met Pino.
- 4e nat asduif St Vincent 2016-2017 met Black Spirit.
- Barcelona Masters :2e in 2016 en 3e in 2020
- 4e en 10 olympiadeduif marathon Brussel 2017
- 2e internat asduif Perpignan 2014-2015
- 2e nat asduif Narbonne 2019-2020 met Goede Rosten
- 9e en 13e olympiadeduif marathon 2020-2021 met Goede Rosten en Broekpenneke
- 7e olympiadeduif marathon 2019-2020 met Big B
De basis van deze kolonie werd ooit gelegd met duiven van Vandendriessche-Benoit bij wie Martin kind aan huis was (en deze stam was gebouwd op Gebroeders Catrysse, Pol Bostyn, Andre Lietar, Jozef Huysentruyt, Noël Peiren, Marcel Desmet…). Later werden nog duiven bijgehaald bij Marcel Demeyere uit Tiegem en onder de impuls van Marcel werd volop de kaart van de zware fond getrokken.
De meest geslaagde kruisingen kwamen uit de samenkweek met wijlen André Verhoest, Waarmaarde (80 % Noël Peiren). Er kwamen duiven bij van zijn goede vriend Dr. Antoon Lenaert uit Anzegem met voornamelijk André Vanbruaene- duiven en ook nog een doffer en een duivin uit zoon “Kleine Tee” van Emiel Denys, Tielt en een dochter “Laureaat” van Remi, André en Carlo Gyselbrecht uit Knesselare.
Verder kreeg Martin ook nog enkele duiven in bruikleen van het hok Haerinck-Poelmans, Genk. Een duivin van Jozef Vandenberghe, Landegem en een duivin van Menne und Tochter, Hamminkeln (Dl) kregen een plaatsje op het kweekhok. Er was ook nog een inbreng van een zuster van “Armstrong” van Van Pamel-Demulder, Zuienkerke. “Armstrong” won 1e internat. San Sebastian en 1e nat. Bordeaux. Er werd ook nog aan samenkweek gedaan met Silvere Toye, Otegem met o.a. de beste dochter van “Zatopek”. “Zatopek was Asduif in de Belgische Verstandhouding en 2e nat. Asduif KBDB Grote Fond in 2007 na “U 2”.
Geef ze de tijd op Villa Geduld
Veel wegen leiden naar Rome, de kunst is deze te zoeken en te vinden die bij je eigen ingesteldheid past om veel plezier aan je hobby te beleven. Op de hokken komen bij Martin is een intrede in het huis van de ervaring. Duiven worden hier niet geforceerd, hier mogen ze een eerder onbezorgde jeugd doormaken en moeten pas op hun 3 jaar volledig aan de bak. Dit heeft tot gevolg dat het woord geduld voor Martin en Arlette geen holle slogan is, maar dagelijkse realiteit en dat er wel wat meer duiven worden gehouden dan bij de doorsneespeler. Hier krijgen ze volop de kans om uit te groeien. En soms lijkt hun aanpak eerder controversiëel binnen de huidige duivensport.
De 35 kweekkoppels die huizen op een ruim hok worden gekoppeld op de vrijdag van de lossing van de internationale vlucht Marseille (in 2024 was dit 19 juli). Dan wordt de aanzet gegeven voor de kweek van de eerste jongen van het jaar. Deze jonge duiven komen einde september in de buitenlucht en mogen dan onbezorgd de herfst in. In totaal worden een 120-tal jonge duiven gehouden per jaar. Het jaar nadien gaat Arlette zich ontfermen over het opleren van deze duiven en ze worden toch een 12-tal keer met eigen vervoer opgeleerd. Nadien vliegen ze normaliter 3 keer Arras en 6 keer Clermont (als jonge jaarling). De verliezen zijn relatief beperkt omdat het opleren met kleine stappen gaat en veelvuldig is. Er wordt enkel met duivers op weduwschap gespeeld. Eens ze dan 2 jaar zijn vliegen ze na de opleervluchten een vlucht uit Chateauroux, Poitiers, Limoges en Narbonne, en zijn ze klaar voor het zware werk. Deze ganse voorbereiding resulteert in een vliegploeg van +- 68 duiven (3 jaar en ouder) die worden ingezet op het programma voor de zware fond. Naast deze 68 “profs” zoals we ze kunnen noemen zijn en ongeveer een 40 “achttienmaanders” die het jaar nadien voor de aanvulling zullen zorgen.Ja, er wordt hier veel geduld geoefend met hun duiven en dat in tegenstelling tot een algemene evolutie in de duivensport waar het alsmaar sneller gaat en moet gaan en waarbij duiven een merkelijk minder lange houdbaarheidsdatum hebben dan in het verleden. Het is dan ook geen uitzondering dat bij Martin duiven van 5,6,7 en zelfs 8 jaar nog topprestaties leveren. Ze zijn niet uitgeperst en hun kilometerteller is nog geen tweemaal rondgegaan.Een mooi staaltje van dit alles was de voorbije vlucht uit Marseille. Voor Oost-en West-Vlaanderen was dit een keiharde kraker waarbij de duiven heel traag en na heel hard werken thuis raakten. Bij Martin waren het een 8-jaar en een 7-jaar die ’s morgens vroeg (6.20 u en 7.14 u) een 10e nationaal en 17e nationaal op hun revers konden spelden.
Verzorging en aanpak tijdens de vluchten
De verzorging van de duiven en de aanpak tijdens de vluchten kunnen we samengevat omschrijven als wordt er niets aan het toeval overgelaten maar zonder franjes. Het is een vorm van elimineren van alles wat het natuurlijke talent van de duif kan belagen om zich volop te tonen tijdens de vluchten.De hokken zijn degelijk, verzorgd maar daarom niet spic en span. Ze hebben hun degelijkheid in het verleden reeds meer dan genoeg bewezen om er nog veel aan te wijzigen. In de voorbije 40 jaar is op deze hokken reeds een indrukwekkend palmares bij elkaar gespeeld dat niet noopt tot ingrepen om daar veel aan te wijzigen.
Voor het seizoen mogen de vliegduiven (3 jaar en ouder) 5 dagen broeden en worden een tweetal keer met eigen vervoer opgeleerd. Dan gaan ze meestal direct mee naar Clermont en worden verder de voorbereidende vluchten afgehaspeld. Het is vooral het doel dat ze voldoende kilometers in de vleugels hebben vooraleer ze richting Pau als openingsvlucht gaan.
Normaliter is het doel om de 3 jaarse duiven Argenton en Sint-Vincent te laten vliegen. De oudere duiven worden in twee teams opgedeeld met als doel Agen Perpignan of Pau Narbonne te vliegen. Een aantal andere duiven worden dan voorbehouden voor o.a. Barcelona, Marseille enz… Dit kan worden aangepast naargelang het verloop van de vluchten tijdens het seizoen.
De duiven trainen in principe éénmaal daags met gesloten ramen en zijn dan 2 uur buiten. Uitzonderlijk (afhankelijk van de temperatuur) wordt tweemaal daags getraind. Bij het inkorven wordt niets getoond om alle rust te bewaren. Er werd in het seizoen 2024 een uitzondering gemaakt voor de inkorving van Marseille waarbij de 2 duiven die nationaal top vlogen hun duivin gedurende enkele minuten te zien kregen. Is dit de trigger geweest voor de topprestatie ? Het heeft Martin alvast aan het denken gezet voor de toekomst.
Het voer dat wordt gebruikt is van het merk Bonduelle uit Poperinge. Binnen hun gamma koopt Martin naargelang het seizoen een aantal mengelingen die worden gevoederd. Dit is reeds jarenlang tot tevredenheid van speler en duif de huisleverancier.
Soyez le bienvenu !
Duiven wachten in de echte zin van het woord is de ultieme kick voor Martin. Ze zien komen, zien hoe diep ze zijn geweest of hoe fris ze voor de dag komen. Daarvoor wordt dag in dag uit voor de duiven gezorgd. De wekker wordt gezet, nog voor de dageraad er is, is Martin aanwezig.
En dan ben je ook graag duif bij Martin. Duiven die thuiskomen worden verwelkomd in de ware zin van het woord. Respect voor de prestatie en een speciale aanpak bij thuiskomst.
Er is een welkomsthok, quarantainehok, noem het zoals je wil. De duiven gaan bij thuiskomst niet naar hun nestbak-woonhok, maar er is een klein hokje vrij waarop ze worden afgezonderd en verzorgd, en dit gedurende 3 dagen. Ze krijgen een buffet van kempzaad, plat vogelzaad, zonnepitten en goed voer zodat ze vlug terug op krachten kunnen komen en hun reserves aanvullen. In de drinkpot is een “ontsmettingsmiddel” van veearts Norbert Peeters en dit om te vermijden dat andere thuisblijvers met eventuele ziektes zouden worden besmet.
Na drie dagen mogen ze terug naar hun hok en zijn ze als het ware als herboren.
Een werkwijze die Martin reeds jaren hanteert en waar zowel melker als duif zich prima kunnen in vinden en met steeds frisse en gezonde duiven tot gevolg.
Medisch ?
Het zal wel voor een stuk in het bloed van Martin zitten, die zelf als geneesheer, toch een speciaal oog heeft voor de gezondheid van mens…en dier.
Met als doel de duiven gezond te houden worden ze goed geobserveerd en indien nodig geholpen om terug gezond te worden.Jonge duiven worden tweemaal gevaccineerd met paramyxo-rota en éénmaal met paramyxo-vaccin. De kweekduiven (duivers-duivinnen) worden tweejaarlijks gevaccineerd. Jaarlijks worden alle duiven gevaccineerd met ‘dode entstof’ paratyfus en dit in de maand januari. Dit wordt voorafgegaan met een 12-daagse kuur met Baytril. Bij de aanvang van de belangrijke wedstrijden (lees zware fond) worden de duiven gedurende 3 dagen behandeld tegen eventuele kopaandoeningen. Bij vaststelling van eventuele lichte besmetting met trichomonas wordt Flagyl en-of gele druppels gebruikt. Op vrijdag voor de inkorving op maandag van een vlucht zware fond krijgen de duiven een coccidiosepil individueel toegediend. Om dit alles goed en degelijk te laten analyseren worden de duiven viermaal per jaar onderzocht door Pascal Lanneau.
Bijproducten ? Och ja, zegt Martin, onder het motto “wat niet baat zal niet schaden” krijgen de duiven wat vitamines-aminozuren van Norbert Peeters en soms al eens Hepateveto, maar voor het overige goed voer, voldoende rust…en de nodige kwaliteit.
Op de vraag hoe een zwarefondduif voor Martin er best uitziet of aanvoelt is het antwoord relatief standaard nl. goede rug; stevig skelet, stevige vleugel. Groot of klein speelt geen rol als ze maar vroeg genoeg vliegen.
Hierna ook nog wat individuele foto’s van de sterke jongens die voor de nationale palm hebben gezorgd. We hadden er enkele in de hand, ze zien er “rassig” uit (begrijp het als sterke, gezonde duiven waarvan de pigmentering en de diepgang van de kleur van de pluimen intens is). Een sterk kas hebben ze allemaal, maar nog meer zijn het duiven die worden gekweekt uit een bewezen stam van topduiven over veel jaren heen.
Hier wordt niet gesold met de duiven. Martin houdt wat meer duiven omdat ze de kans krijgen om rustig tot wasdom te komen. Er wordt niet geforceerd maar er wordt ook niets aan het toeval overgelaten. Deze aanpak zie je ook in de topprestaties over veel jaren heen. Een regelmaat waarbij om de enkele jaren een toptitel naar Tiegem wordt gehaald. Constant goed voortdoen is een leuze die hier zou passen, maar vooral en nog meer is het genieten van de duiven. Noem je het oldskool, noem het zoals je wil, maar de kick van de duif te zien aankomen…..daar kan niets aan tippen !
Proficiat met deze heel mooie titel vanwege het Herbotsteam !
Geert Dhaenens