Van Elsacker – Jepsen, Schilde, gelooft in een goede gezondheid van de duiven om te kunnen slagen.
26 Mar 2021
Serge Van Elsacker, wonende te Schilde prov. Antwerpen wordt binnenkort 63 jaar en is reeds sinds 53 jaar duivenliefhebber. Samen met z’n vrouw Kirsten Jepsen vormt hij al 43 jaar een succesvolle tandem onder de naam Van Elsacker -Jepsen .
Serge kwam in contact met de duivensport daar zijn ouders in 1968 een zaak in Merksem overnamen waarbij boven op het dak een duivenhok stond waar de duiven van de overleden liefhebber nog opzaten. Met toestemming van z’n ouders heeft Serge deze duiven mogen behouden en zo heeft de duivenmicrobe zich in Serge genesteld. De stempel van duivenliefhebber mocht vanaf toen gebruikt worden. In 1973 verhuisden z’n ouders naar Schilde waar ze nog steeds wonen. Ondertussen wel een paar maal verhuisd maar sinds 1991 woont de familie Van Elsacker – Jepsen op het huidige adres vanwaar ook gekweekt en gevlogen wordt.
Van het toenmalige duivenbestand die in de hokken op het dak zaten blijft er niets meer over. De basis van de huidige ‘oude stam’ werd gelegd in 1978 met de aankoop van duiven van de soort van Frans Stoces , Karel Meulemans, later kwamen daar nog duiven bij van Gust Hofkens en gebr. Janssen via Jos Leuris uit Ulicoten, en twee van de drie beste duiven uit de totale verkoop van Alfons Nijs uit Arendonk (Hofkens, Janssen ). Ook via Rene Michielsen uit ’S Gravenwezel kwam een topweker “De Wezel “ die mede als stamduif mag gezien worden (HVR , Meulemans ) . Via jaarlijkse uitwisseling met onze vrienden uit Duitsland Heinz en Bernd Brüne uit Wesel DL kwamen er Gaby Vandenabeele en Gunter Prange op de hokken , ook een kleinzoon van de ‘Nationaal 1’ van Karel Schellens kwam via deze liefhebbers naar hier met groot succes . Uit deze duiven werd de “oude soort “ gevormd vooral dus terug gaande op de Janssen / Meulemans soort waarvoor wel een voorliefde qua type en karakter blijft bestaan .
Een tiental jaren geleden dus ook de Vandenabeele duiven via Bernd Brüne ,Marnick De Neve ,Rudi De Saer en Rik Cools . Met deze duiven werd goed gelukt , maar steeds wordt toch geprobeerd het type van de oude soort niet te verliezen .
En dat ze hier succesvol mee zijn bewijzen onderstaande toppers van de voorbije jaren:
‘Speedy Gonzales’ 2de Nationale Asduif HAFO 2009
2de Olympiade duif HAFO 2010
‘Diara’ 3de Nationale Asduif HAFO KBDB 2017
‘Tinkerbell’ 4de Olympiade HAFO 2011
‘Wondergirl’ 5de Olympiade Cat. C Nitra 2013
‘Beyonce’ 5de Nationale Asduif Kleine HAFO KBDB jaarlingen 2015
‘Sweet Sixteen’ 8ste Nationale Asduif Kleine HAFO KBDB 2016
‘Diamond’ 8ste Nationale Asduif HAFO KBDB 2017
‘Vanity’ 9de Olympiade Cat. H Nitra 2013
‘Dream Girl’ 15de Nationale Asduif HAFO KBDB 2017
Maar ook in 2020 hebben ze het mooie weer gemaakt op nationaal niveau met onderstaande resultaten:
1’ beste duif van Belgie na 7 grote halve fondvluchten (7 prijzen ) PIPA B18-6051127
1’ beste duif van Belgie na 7 grote halve fondvluchten (7 prijzen ) KBDB B18-6051127
2’ Beste duif van Belgie na 8 grote halve fondvluchten (8 prijzen ) PIPA B18-6051127
9’ Beste duif van Belgie na 8 grote halve fondvluchten (8 prijzen ) PIPA B18-6051261
Seizoen 2021
Er worden ongeveer 200 jongen gekweekt en dit uit 35 koppels kwekers. We starten met 45 koppels vliegduiven op totaal weduwschap (de eerste weken) daarna worden de" slechte“ reeds verwijderd of thuisgehouden als de partner super vliegt .
Niettegenstaande het ‘Corona jaar‘ werd er na het vliegseizoen 2020 zelfs harder geselecteerd aangezien de duiven top presteerden .
De duiven blijven hier de ganse winter binnen vanaf september tot en met maart vanwege de roofvogels. Daardoor moeten we in het begin wel wat voorzichtiger zijn , en laten we ze nu een week terug eens los rond het hok maar ook niet elke dag. Als ze de soepelheid in de vleugels terug hebben gevonden mogen ze terug elke dag buiten. Alle vliegers worden op 1 april gekoppeld en mogen dan 14 dagen broeden. Tijdens deze periode gaan we ze proberen op te leren en hun hokken beter te leren kennen. De duivinnen zitten dan nog op het hok van de jonge duivinnen.
De jongen is bij ons telkens een probleem om ze in gang te krijgen omdat de groep van 100 duiven redelijk groot is . We moeten dus lang genoeg wachten , waarna ze meestal toch super presteren . Ook kunnen we ze niet te lang los laten en blijven we erbij vanwege de roofvogels die hier een echte plaag zijn, we wonen dan ook tegen de bosrand.
Eens dat ze toch goed vliegen lossen we ze op enkele honderden meters. Als we dit doen zijn de angst om weg te trekken sneller kwijt en beginnen daarna meestal zelf voor lange tijd weg te trekken en kunnen we verder doorgaan met lappen.
Voeding en medisch
Alle voeders komen van VanRobaeys en alle supplementen komen al 30 jaar van de firma Rhönfried . Waar men tevreden over is hoeft niet in vraag gesteld of veranderd te worden.
Meestal gaan we 1 keer per jaar naar de dierenarts en dit in de maand februari. Als er verder toch problemen mochten zijn is er een telefonische consultatie. Alle duiven, jong en oud worden geënt tegen PMV met Colombovac en ook tegen de pokken. De jongen 1 keer met Rota / Pmv en enkele weken later 1 keer met Colombovac op aanraden van dierenarts Raf Herbots.
Alles wat wordt gedaan is op aanraden van de dierenartsen hier bij ons zijnde Raf Herbots uit Velm en Henk, Jan en Domien van Belgica De Weerd uit Breda.
Bij de vraag wat de verwachtingen zijn voor het seizoen 2021 antwoord Serge : ‘Ik weet niet echt wat te verwachten , maar als we ze gezond kunnen houden en niet te veel rampen krijgen zal het wel loslopen zoals meestal elk jaar…hopen we….
Het ganse Herbots team wenst de tandem Van Elsacker – Jepsen in ieder heel veel succes en hopen ze ook terug in de hogere rankings van de Belgische duivensport terug te vinden.