In gesprek met FCI-voorzitter David Barros Madeira
20 May 2025
Meneer Madaira, allereerst bedankt dat u de tijd genomen heeft om met ons te praten. Veel liefhebbers kennen je , maar kun je jezelf nog eens voorstellen a.u.b.?
David Barros Madeira, Portugees, 60 jaar oud, oogarts, getrouwd, twee zonen, woonachtig in Loulé, Algarve, Portugal.
De duivensport is altijd een van mijn grootste passies geweest. Ik ben een tweede generatie duivenmelker. Mijn vader, João Barros Madeira, was een van de historische figuren van de duivensport in Portugal. Mijn hele jeugd draaide om duiven, duivenhokken, duivenklokken en duivensport. Met zijn drukke leven als arts was mijn vader blij met mijn hulp op het duivenhok. Nog in mijn basisschooltijd kreeg ik de leiding over een klein hok waar de gewonde duiven en de oude duiven werden gehuisvest. Duiven waarvan mijn vader vond dat ze verdienden om rustig van hun oude dag te genieten. Op een dag kwam er een ei uit van een duivin met een gebroken vleugel, gekoppeld aan een oude glorie die al onvruchtbaar leek, en dat moment wakkerde bij mij “iets” aan. Dat “iets” was wat mijn vader het "duivenvirus" noemde. Op mijn zestiende was ik al tweede algemeen kampioen van de SCL-club (destijds een club met meer dan 50 leden), dit na mijn vader en mijn “133” vertegenwoordigde Portugal op de Olympiade in Praag.
Mijn vader geloofde dat het beheersen van meerdere talen essentieel was om een ontwikkeld persoon te zijn, dus werd ik al op jonge leeftijd gestimuleerd om talen te leren. Frans werd bijzonder belangrijk – het stelde me in staat alles te lezen wat met duiven te maken had, van de krant "La Colombophilie Belge" tot het tijdschrift "Pigeon Rit", dat mijn vader jaar na jaar trouw ontving, plus alle Franstalige boeken uit de thuisbibliotheek, van Henry Landercy, Léon Petit, Jules Gallez en anderen. De Engelse auteurs kwamen pas later in beeld. Op mijn veertiende werd ik door mijn vader naar België gestuurd om mijn Franse taal te verfijnen en natuurlijk ook om de Belgische duivensport te ontdekken, dit een maand of twee per jaar. Ik verbleef meestal bij zijn vriend Fernand Colson en de familie Colson werd, tot op de dag van vandaag, mijn tweede familie. Een zeer belangrijke figuur in België was ook Roger Vereecke uit Deerlijk. De meeste van onze beste fondduiven vanaf 1976 hadden Vereecke-bloed. Mijn vader bouwde een levenslange vriendschap op met Roger Vereecke en we bezochten hem regelmatig tot zijn heengaan. Ik herinner me nog goed een middag alleen met Jerôme Vereecke, de vader van Roger, die toen bijna of al 90 jaar oud was, en die me uitnodigde om zijn vijf Barcelonaduiven te komen bekijken, gehuisvest in een klein hok bij de zus van Roger.
Tijdens mijn verblijven in België ging ik elke dag duiven kijken. Ik bezocht talloze legendarische hokken. Ik ontmoette en leerde niet alleen van Franstaligen zoals Henri van Neste, Marc Roosens, Victor Fabry, Raymond Cobut, Paul Gilmont, Pol Tossens en vele anderen, maar ook van Vlaamse iconen zoals André Vanbruaene, Gerard en Michel Vanhee, André Brouckaert, Roger Florizoone, Norbert Norman, Josef Vandenbroucke, Etienne Devos... Al die historische fondhokken. Het was een magische ervaring om met de beste Belgische fondduiven te werken.
Sinds het einde van de jaren tachtig, en in lijn met de tendens van de sport, begonnen we ons meer te richten op de halve fond. We kruisten onze gevestigde lijn succesvol met duiven van Vanhove-Uytterhoeven, Gaby Vandenabeele (rechtstreeks en via Desaer) en meer recent de Porsche-lijn van PEC.
Na mijn studie aan de universiteit werden mijn reizen naar België minder frequent, maar de passie bleef. Vliegen, kweken, winnen en de ervaring delen met vrienden is een plezier. Ik heb de duivensport altijd gezien als een prachtig excuus om vrienden te maken, interessante mensen te ontmoeten en plezier te hebben. Tegelijkertijd heb ik mijn verantwoordelijkheden altijd serieus genomen en me ingezet voor de sport, eerst in mijn club, later op provinciaal en federaal niveau. De FCI kwam als een natuurlijke evolutie toen ik de nominatie van mijn federatie accepteerde, eerst als bestuurslid en later als vicevoorzitter.
Wat was je motivatie om mee te dingen naar het voorzitterschap van de FCI?
Ik was op zijn zachtst gezegd een terughoudende kandidaat. Ik vond altijd dat het voorzitterschap een functie was die idealiter zou worden vervuld door iemand die al met pensioen was. Ik was me er echter van bewust dat de FCI een verbindend leiderschap nodig had, met het vermogen om consensus te creëren en spanningen te bezweren. Ik stelde me niet uit ambitie kandidaat voor het voorzitterschap, maar uit bezorgdheid voor de toekomst van de FCI. Ik heb vrijwel geen campagne gevoerd, maar werd al snel een kandidaat met consensus. Belangrijkste factoren voor mijn overwinning? Het feit dat veel mensen me goed kenden en met me hadden samengewerkt in verschillende dossiers en commissies. Mijn communicatieve vaardigheden, vloeiend in vier talen, gaven me de vaardigheden om vaak als brug te fungeren tussen aangesloten federaties. Ook belangrijk was dat ik altijd probeerde deel uit te maken van de oplossing, nooit van het probleem.
Kunt u de taken van de FCI duidelijk omschrijven?
Klassiek, in drie woorden: regulering, vertegenwoordiging en organisatie van verschillende niveaus van internationale wedstrijden. De internationale wedstrijden omvatten momenteel de Olympiade, de ranglijst van beste duiven ter wereld en alle kampioenschappen rond de FCI One Loft Circuit-races, waaronder het Europees Kampioenschap, het AILAC-kampioenschap en het Wereldkampioenschap. In een ideale wereld zou dit kader voldoende zijn. Zoals we echter allemaal weten, brengt de realiteit veel extra uitdagingen met zich mee. De laatste tijd worden de veterinaire kwesties die de vogelgriep met zich meebrengt steeds belangrijker. Aan de Olympiade is een Veterinair Congres toegevoegd dat om de twee jaar wordt georganiseerd met financiering en auspiciën van de FCI.
Hoe vaak per jaar vergadert u met het FCI-bestuur en wat wordt er tijdens die vergaderingen besproken?
De meeste commissies vergaderen elk trimester. Met uitzondering van de Veterinaire Commissie, die vanwege het vogelgriepdossier het meest actief is. In de periode tussen de vergaderingen worden sommige zaken ter opvolging of uitwerking toevertrouwd aan enkele commissie- of bestuursleden. Het dagelijks beheer gebeurt grotendeels online, met wekelijkse vergaderingen. Drie tot vier keer per jaar vindt er een persoonlijke reünie plaats van de Comité Directeur (14 leden). Ondertussen blijft er altijd wel iets onverwachts ons bezighouden. Alle aspecten van de sport worden tijdens de vergaderingen besproken, waarbij de meeste discussies over reglementen gaan. Het is een soort werk dat meestal onzichtbaar blijft voor de liefhebbers, maar vaak relevant is voor de sport. Meestal wordt er consensus bereikt en wordt de maatregel of het reglement geïmplementeerd.
Hoe onderhoudt de FCI contact met alle lidstaten en wat wordt er van de lidstaten verwacht?
De FCI is een federatie van federaties. Ze omvat nationale duivensportorganisaties van vijf continentale confederaties. We opereren op basis van democratische principes, waarbij elk lid een stem heeft. Commissies, zoals de Racing Commission, Standard Commission en Veterinary Commission, ondersteunen de technische en wetenschappelijke functies van onze sport. De rollen en verantwoordelijkheden van alle FCI-leden zijn duidelijk vastgelegd in de statuten. Momenteel omvat de FCI 75 aangesloten landen, wat het wereldwijde karakter van onze organisatie weerspiegelt.
De dagelijkse communicatie binnen de FCI is aanzienlijk. We ontvangen en beantwoorden een breed scala aan berichten, waaronder:
• Verzoeken om assistentie.
• Klachten en vragen over regelgeving.
• Vragen over procedures en regels.
• Subsidieaanvragen.
• Informatieverzoeken over veterinaire kwesties, zoals vaccinaties.
Er gaat bijna geen dag voorbij zonder dat de secretaris-generaal of ikzelf meerdere e-mails opstellen om deze zaken te bespreken. Naast e-mail gebruiken we ook berichtenplatforms zoals WhatsApp en WeChat voor zowel groeps- als individuele communicatie. Deze tools helpen ons om snel en direct contact te onderhouden met federaties en individuen.
Om de toegankelijkheid en het bereik te verbeteren, werken we momenteel aan het verbeteren van de FCI-website en socialemediaplatforms, met als doel nieuwe interactiekanalen te creëren.
Waar haalt de FCI haar inkomsten vandaan?
De inkomsten van de FCI komen uit verschillende bronnen:
1. Bijdragen van aangesloten federaties: Elke aangesloten federatie betaalt jaarlijkse contributies aan de FCI.
2. Royalty's van het FCI-logo: Ringfabrikanten betalen royalty's voor het gebruik van het FCI-logo op voetringen.
3. Deelnamekosten OLR: Een vergoeding van 2 euro per duif wordt in rekening gebracht aan One Loft Races (OLR's) die deelnemen aan de FCI OLR-kampioenschappen.
De inkomsten uit OLR's worden echter steeds minder belangrijk vanwege de stijgende kosten om de betrouwbaarheid en integriteit van de FCI OLR-competitie te waarborgen. De FCI heeft tegenwoordig minder OLR's onder haar officiële status dan vroeger. Sommige OLR's zijn om verschillende redenen uitgesloten, zoals:
• Technische fouten
• Ongeschikte omstandigheden voor de duiven
• Overbevolking
• Niet-naleving van de FCI-reglementen
• Niet-uitbetaling van prijzen aan liefhebbers of aan de FCI
• Vermoeden van slecht management of onbetrouwbaarheid
Het FCI-logo dient als kwaliteitsgarantie voor liefhebbers die deelnemen aan OLR's. Daarom hanteert de FCI strikte normen voor alle aangesloten races. Sommige OLR's hebben hun FCI-status opgegeven of verloren omdat ze niet bereid of niet in staat waren om aan deze eisen te voldoen.
Als FCI-voorzitter zal ik afzien van deelname aan OLR's. Na afloop van mijn termijn ben ik van plan om weer jonge duiven naar One Loft Races te sturen, maar alleen die welke door de FCI worden gecontroleerd, om de hoogste kwaliteits- en betrouwbaarheidsnormen te garanderen.
Als we mogen vragen naar de rol van uw voorganger tijdens zijn ambtstermijn, wat zijn dan de belangrijkste punten die hij heeft bereikt?
De FCI is geen eenmanszaak; het is een teamprestatie. Veel mensen dragen bij aan het succes of falen van elk initiatief, en het meeste werk wordt binnen de verschillende commissies verricht. Mijn voorganger heeft een lange ambtstermijn bekleed, waarin hij de FCI door de uitdagende periode van de COVID-19-crisis heeft geleid. Zijn ambtstermijn kende zowel hoogtepunten als dieptepunten, want het waren moeilijke tijden voor iedereen. Er is echter veel werk verzet. Enkele van de belangrijkste prestaties waren de economische onafhankelijkheid van de FCI, de oprichting van het Wereldkampioenschap Beste Duif, de officiële registratie van de FCI als internationale non-profitorganisatie in België en de herziening en goedkeuring van de nieuwe FCI-statuten.
Welke einddoelen zou u tijdens uw termijn willen behalen?
In de beginjaren van mijn betrokkenheid bij het FCI-bestuur richtte de organisatie zich voornamelijk op het reguleren van onze sport en het dienen als forum voor het ontwikkelen van consensus over zaken die verband hielden met zowel de sportcategorie als de standaard, met als hoogtepunt de tweejaarlijkse Olympiades. De focus lag grotendeels op de interne organisatie.
In de loop der tijd heeft de FCI zich echter moeten ontwikkelen en haar rol naar buiten toe moeten uitbreiden. Deze verschuiving omvatte een actievere lobbypositie en samenwerking met EU-autoriteiten en internationale veterinaire organisaties. De toenemende hyperregulering door de EU, met name op veterinair gebied, grotendeels als reactie op de vogelgriepcrisis en de opkomst van radicale dierenrechtenorganisaties, die ernaar streven alle sporten met dieren (inclusief duivensport) uit te bannen, maakte deze verschuiving noodzakelijk. We bevinden ons in een strijd om onze bewegingsvrijheid met duiven te behouden, waardoor we de grenzen kunnen overschrijden en internationaal kunnen racen. Dierentransporten worden nu geconfronteerd met meer beperkingen, hogere kosten en frequentere nieuwe wetgeving.
De rol van de FCI is tegenwoordig veel complexer, omdat we nu niet alleen met individuele landen te maken hebben, maar ook met multinationale instellingen zoals de OIE (Wereldorganisatie voor Diergezondheid) en de EU (van EFSA tot het Europees Parlement).
Onze sport heeft lange tijd zonder veel externe aandacht gefunctioneerd en kampt met algemene onverschilligheid van de media. Om dit aan te pakken, moeten we ons openstellen voor de wereld en ons richten op zowel publiciteit als accreditatie.
Een van mijn belangrijkste doelstellingen is het instellen van een Internationale Dag van de Postduif, erkend door de Verenigde Naties, en het nastreven van UNESCO-erkenning voor de duivensport als immaterieel cultureel erfgoed. We hebben een rijke geschiedenis, zowel populair als militair, die onze culturele betekenis onderstreept. Onze sport is al eeuwenlang verweven met de militaire geschiedenis en de prestaties van onze duiven op langeafstandsvluchten onderstrepen onze relevantie. Met een grote en toegewijde gemeenschap van liefhebbers ben ik van mening dat wij die erkenning meer verdienen dan veel andere tradities. Dit soort erkenning is essentieel om de zichtbaarheid van onze sport en de FCI op een wereldwijd podium te vergroten, zelfs als dat betekent dat we uit onze comfortzone moeten stappen. Een Internationale Dag zou ons jaarlijks wereldwijde aandacht kunnen opleveren, terwijl UNESCO-erkenning ons een geloofwaardigheid zou geven die we nog nooit eerder hebben gehad.
One-Loft-Races zijn erg belangrijk voor de FCI. Hoe houdt u een mogelijke "wildgroei" van OLR onder controle en hoe monitort u de OLR die onder de "vleugels" van de FCI worden verreden? Kunt u meer uitleg geven over de verschillende kampioenschappen die verband houden met FCI One Loft Races?
De waarheid is dat de FCI de wildgroei van One Loft Races (OLR's) niet controleert. We leven in een diverse wereld en elk land heeft zijn eigen aanpak en wetgeving als het gaat om duivensport. In Nederland zijn OLR's bijvoorbeeld verboden door nationale veterinaire autoriteiten. In Portugal en Frankrijk geeft de nationale wetgeving federaties de bevoegdheid om OLR's te controleren en te reguleren, inclusief de bevoegdheid om elke race die niet aan de vereiste normen voldoet, te sluiten. In landen als Spanje en Roemenië ontbreekt specifieke wetgeving, waardoor een juridisch vacuüm ontstaat waardoor OLR's zonder toezicht kunnen opereren, wat vaak leidt tot een situatie van totale anarchie. OLR's zijn een zeer winstgevende business. Helaas trekken ze zowel eerlijke als oneerlijke individuen aan. In sommige gevallen starten personen met een geschiedenis van wangedrag OLR's, wat onvermijdelijk leidt tot slechte ervaringen, zoals de beruchte mislukking van de Million Dollar Race.
De FCI kan alleen ingrijpen bij OLR's die de FCI OLR-status aanvragen en behalen. Zodra een OLR deze status bereikt, neemt de FCI de rol op zich van toezicht houden op en handhaving van een strikte reeks regels, om eerlijk beheer en eerlijke races te garanderen. Elke OLR die zich niet aan deze regels houdt, zoals het wijzigen van resultaten, het mishandelen van duiven of het niet uitbetalen van prijzen, wordt uitgesloten van het toezicht van de FCI. De volledige set regels en voorschriften voor door de FCI goedgekeurde OLR's is openbaar beschikbaar op de FCI-website en ik zal hier niet verder op ingaan.
De 39e Olympiade gaat niet door in China, maar vindt plaats in Dortmund. Wat is de rol van de FCI bij het organiseren van een Olympiade?
De rol van de FCI bij het organiseren van een Postduiven Olympiade is veelzijdig en begint met de selectie van het gastland en de locatie. Deze beslissing wordt genomen door een stemming in de Directeur van het FCI Comité, na beoordeling van de ingediende kandidaturen.
Het was voor velen, waaronder ikzelf, teleurstellend dat de Olympiade in China niet kon plaatsvinden. Een van de voortdurende uitdagingen voor de FCI, als internationale organisatie, is dat de meeste van haar belangrijkste evenementen in EU-landen plaatsvinden. De Chinese vertegenwoordigers hadden zich meer dan tien jaar ingezet om een Olympiade te organiseren en hadden sterke biedingen en dossiers ingediend. Volgens de meerderheid van het FCI-bestuur was het tijd om een Olympiade buiten Europa te organiseren. De laatste niet-Europese Olympiade was tientallen jaren geleden in Japan. Gezien China's betrokkenheid bij de FCI verdienden zij de kans om gastheer te zijn.
Toen het echter onmogelijk werd om de Olympiade in China te organiseren, moest er een alternatief worden gevonden. De heer Stiens en zijn bestuur besloten dat Duitsland het beste alternatief zou zijn voor de Olympiade van 2026. We zijn hen dankbaar voor hun steun.
We hebben er vertrouwen in dat de DBA (Duitse Duivenbond) een onvergetelijke Olympiade in Dortmund zal organiseren en de voorbereidingen zijn in volle gang. We verwachten een recordaantal bezoekers, exposanten en commerciële stands, waaronder een sterke aanwezigheid van Chinese bedrijven. De Olympiade van 2028 vindt plaats in Blackpool, Verenigd Koninkrijk, en Polen heeft zich al kandidaat gesteld voor 2030, dus de nabije toekomst van het evenement lijkt verzekerd.
Federaties beginnen nu kandidaten voor te dragen voor de functie van Standaardkeurmeester. De geselecteerde kandidaten volgen voorbereidingscursussen die door de Standaardcommissie worden georganiseerd om een goede training en selectie te garanderen. De criteria voor de Sportklasse zijn al vastgesteld. In juni beginnen de voorbereidingen voor het FCI-congres. Dit omvat besprekingen over de toelating van nieuwe federaties (zoals Australië en Pakistan), een herziening van de statuten en andere belangrijke kwesties. Er worden offertes aangevraagd bij verschillende bedrijven voor trofeeën voor de Standaard-, Sport-, Wereld Beste Duif- en FCI OLR-wedstrijden, die tijdens de Olympiade worden uitgereikt. De FCI subsidieert ook een aantal aspecten van het evenement, organiseert een eigen stand, werkt mee aan het algemene management en de technische aspecten ervan, en beheert alle gegevens van de deelnemende duiven. Dit brengt veel werk met zich mee voor alle afdelingen en commissies van de FCI.
Worden er tijdens de komende Olympiade belangrijke nieuwe onderwerpen besproken?
Het wordt een jaar zonder verkiezingen. Nieuwe verkiezingen alleen in Blackpool. Dat neemt veel stress weg en geeft het Congres de mogelijkheid om andere onderwerpen te bespreken, namelijk een hervorming van de statuten. Een van de wijzigingen die ik wil voorstellen, is de mogelijkheid voor elk lid van het Comité Directeur om zich kandidaat te stellen voor het voorzitterschap en niet alleen voor de vicevoorzitters, zoals nu in de statuten staat. Maak de keuzes open. De FCI moet zich aanpassen aan de tijd en dynamischer worden. Buiten het congres zal de focus ook liggen op de veterinaire agenda, met name alles wat met de vogelgriep te maken heeft.
Bedankt voor uw tijd en openheid en we wensen u veel succes tijdens uw ambtsperiode.
Stefan Mertens